Gereedschap voor een naaldkantapplicatie in de vorm van een katoenen lap waarop een zwart blaadje is genaaid met witte traceerdraden in de vorm van een vlinder

Gereedschap in de vorm van een zwart blaadje waarin het patroon van vlindervleugels en een vlinder zijn 'geprikt'. Het blaadje of 'prikking' is op een katoenen lapje genaaid en de patroonlijnen van de motieven zijn met witte traceerdraden door het blaadje en het lapje genaaid. Vervolgens zijn ze ingevuld met een gaaskantgrond en het lijfje van de vlinder (onderaan) met festonsteken dichtgewerkt, met hier en daar uitsparingen. Ook zijn siersteken toegepast. Bij dit motief is een wit strookje papier geplakt met de tekst "4e ouvrage" (vierde werk). De extra vlindervleugels (bovenaan) zijn ook op die manier bewerkt en bovendien is hier een begin gemaakt met het aanbrengen van reliëflijnen van gefestonneerde dradenbundeltjes. Hierbij is een wit strookje papier geplakt met de tekst "5e ouvrage" (vijfde werk). Als dit werk gheel voltooid is kan het kant van het papier en de stof worden geknipt en de traceerdraden die door het papier en de stof waren genaaid worden verwijderd. De extra vleugels worden naderhand op de vlinder genaaid. Het behoort tot een serie van in totaal 4 objecten waarin de ontwikkeling wordt gedemonstreerd om te komen tot een vlinder van Brusselse naaldkant.

Gereedschap voor een naaldkantapplicatie in de vorm van een katoenen lap waarop een zwart blaadje is genaaid met witte traceerdraden in de vorm van een vlinder

Gereedschap in de vorm van een zwart blaadje waarin het patroon van vlindervleugels en een vlinder zijn 'geprikt'. Het blaadje of 'prikking' is op een katoenen lapje genaaid en de patroonlijnen van de motieven zijn met witte traceerdraden door het blaadje en het lapje genaaid. Vervolgens zijn ze ingevuld met een gaaskantgrond en het lijfje van de vlinder (onderaan) met festonsteken dichtgewerkt, met hier en daar uitsparingen. Ook zijn siersteken toegepast. Bij dit motief is een wit strookje papier geplakt met de tekst "4e ouvrage" (vierde werk). De extra vlindervleugels (bovenaan) zijn ook op die manier bewerkt en bovendien is hier een begin gemaakt met het aanbrengen van reliëflijnen van gefestonneerde dradenbundeltjes. Hierbij is een wit strookje papier geplakt met de tekst "5e ouvrage" (vijfde werk). Als dit werk gheel voltooid is kan het kant van het papier en de stof worden geknipt en de traceerdraden die door het papier en de stof waren genaaid worden verwijderd. De extra vleugels worden naderhand op de vlinder genaaid. Het behoort tot een serie van in totaal 4 objecten waarin de ontwikkeling wordt gedemonstreerd om te komen tot een vlinder van Brusselse naaldkant.