Voetstuk in de vorm van een cartouche. Daarop een medaillon met een blanco voor- en achterzijde. Rond het voetstuk staan twee mannen (een geestelijke en een senator) en drie vrouwelijke personificaties. De vrouw links is de vrouwelijke personificatie van Gerechtigheid. Ze heeft een zwaard en een weegschaal in haar handen. De vrouw rechts is de personificatie van Filosofie. Haar rok is als een trap met bovenaan de Griekse letter Θ (th). In haar handen boeken en een scepter. In het midden staat Godgeleerdheid. Ze heeft twee ongelijke gezichten. Het ene gezicht kijkt naar de hemel, het andere naar de aarde. Naast haar een hemelglobe en een rad. De prent maakt deel uit van een album.