Twee kaarten (IX-X) met de Spaanse en Engelse vloot in Het Kanaal bij de Straat van Dover. Op de linker kaart zit een woeste man op een rots met in zijn handen twee brandende toortsen. Naast zich een putti op een vis met wapenschild en bliksemschicht in de hand. Aan de andere zij rokende kruiken. Op de rechter kaart zit Faam op een rots. Ze blaast op een bazuin en heeft het wapen van Charles Howard vast, de Lord High Admiral en opperbevelhebber van de Engelse vloot tegen de Spaanse Armada. De kaarten zijn gevat binnen een ornamenteel kader. Bovenaan in het kader een munt met het portret van koningin Elizabeth I, geflankeerd door vier putti. De munt links daarvan is geslagen in Zeeland en toont de Spaanse schepen in een storm met een zon die doorbreekt. Op de munt rechts vier knielende en biddende personen. Aan het wapen, onder het portret van Elizabeth, hangt een keten waarmee de Engelse koningin paus Sixtus V, de Spaanse koning Filips II en Alessandro Farnese in bedwang houdt. De donkere wolk met bliksem maakt duidelijk dat de verhoudingen gespannen zijn. De cartouche met hun portretten en tekst in het Engels en het Latijn, uitgevoerd in kwabstijl, wordt geflankeerd door twee huilende putti en zeegezichten met schepen die vergaan. De voorstelling maakt deel uit van een boek over de Spaanse Armada en de tapijten die daarover in opdracht van Charles Howard werden gemaakt.