Vier genummerde voorstellingen. Linksboven: De vierde engel blaast op de bazuin en veroorzaakt duisternis op aarde. Een andere engel roept: ‘Wee! Wee!’. Onder de voorstelling een verwijzing naar de Bijbeltekst in Op. 8:12. Rechtsboven: De vijfde engel blaast op de bazuin en een vallende ster opent de bodemloze put, waaruit rook en sprinkhanen te voorschijn komen die de mensen zonder stempel op hun voorhoofd pijnigen. Onder de voorstelling een verwijzing naar de Bijbeltekst in Op. 9:1. Linksonder: De zesde engel blaast op de bazuin. Naast de engel zit God de Vader op zijn troon en staat het gouden altaar met de vier horens waar een stem uitkomt die opdraagt dat de vier engelen die gevangen zitten moeten worden bevrijd. De engelen en de ruiters op paarden met leeuwenkoppen roeien een derde van de mensheid uit. Onder de voorstelling een verwijzing naar de Bijbeltekst in Op. 9:13. Rechtsonder: De engel met een gezicht als de zon en benen als zuilen van vuur, met één been op zee en één been op land, geeft het boek aan Johannes. Onder de voorstelling een verwijzing naar de Bijbeltekst in Op. 10:1. Deze prent maakt deel uit van een album.