Die met Icarus vliegt tot aan de Sonnestralen, / Die stort met hem ter neer / moet naar den afgrond dalen; / Maar die met Dedalus / in all's behoud de middelmaat / Vliegt veylig over zee / geniet een gewenschten staat

Daedalus vliegt door de lucht. Boven hem de zon, onder hem de zee. Zijn zoon Icarus verdrinkt in het water omdat hij te dicht bij de zon heeft gevlogen. Omgeven door een lijst van bloemenranken. Genummerd rechtsboven: 102.

Die met Icarus vliegt tot aan de Sonnestralen, / Die stort met hem ter neer / moet naar den afgrond dalen; / Maar die met Dedalus / in all's behoud de middelmaat / Vliegt veylig over zee / geniet een gewenschten staat

Daedalus vliegt door de lucht. Boven hem de zon, onder hem de zee. Zijn zoon Icarus verdrinkt in het water omdat hij te dicht bij de zon heeft gevlogen. Omgeven door een lijst van bloemenranken. Genummerd rechtsboven: 102.