Servet met de geschiedenis van Johannes de Doper

Servet van linnendamast met de geschiedenis van Johannes de Doper. Middenveld: het symmetrisch verdubbelde patroon vertoont van onder naar boven drie taferelen: 1 Onthoofding van Johannes (gehalveerd). Voor een inspringende muur met tralievensters staat de beul in Romeins uniform, in de ene hand een zwaard en in de andere hand het afgehouwen hoofd, dat hij aanreikt aan Salomé, die een schotel ophoudt. Salomé is lang gewaad en om het hoofd een wapperende shawl. Johannes' lichaam ligt ruggelings ter aarde, een bloedstroom golft uit de hals. 2 Salomé draagt het hoofd de eetzaal binnen. Op een tegelvloer zitten, terzijde, Herodes op een troon, en Herodias, met het hoofd gewend naar Herodes, achter een tafel; opschrift: MARCI.VI. 3 Johannes predikt in de woestijn. Johannes met aureool staat op een heuvel tussen twee bomen. Hij draagt een kort kemelsharen kleed, is blootvoets en gebaart met uitgespreide handen. Op de voorgrond zit een vrouw haar kind te zogen; een hondje springt naar haar toe. Op de achtergrond gewapende lieden. Staande randen: enkelvoudige ranken met vogels en bloemen; daarbuiten: blokkenrand.

Servet met de geschiedenis van Johannes de Doper

Servet van linnendamast met de geschiedenis van Johannes de Doper. Middenveld: het symmetrisch verdubbelde patroon vertoont van onder naar boven drie taferelen: 1 Onthoofding van Johannes (gehalveerd). Voor een inspringende muur met tralievensters staat de beul in Romeins uniform, in de ene hand een zwaard en in de andere hand het afgehouwen hoofd, dat hij aanreikt aan Salomé, die een schotel ophoudt. Salomé is lang gewaad en om het hoofd een wapperende shawl. Johannes' lichaam ligt ruggelings ter aarde, een bloedstroom golft uit de hals. 2 Salomé draagt het hoofd de eetzaal binnen. Op een tegelvloer zitten, terzijde, Herodes op een troon, en Herodias, met het hoofd gewend naar Herodes, achter een tafel; opschrift: MARCI.VI. 3 Johannes predikt in de woestijn. Johannes met aureool staat op een heuvel tussen twee bomen. Hij draagt een kort kemelsharen kleed, is blootvoets en gebaart met uitgespreide handen. Op de voorgrond zit een vrouw haar kind te zogen; een hondje springt naar haar toe. Op de achtergrond gewapende lieden. Staande randen: enkelvoudige ranken met vogels en bloemen; daarbuiten: blokkenrand.