Overjapon van crèmekleurige zijdedamast, met ingeweven bloemslingers en verticale banen met stippen, waarover een strooimotief van grote en kleine rozen in veelkleurige zijde is gebrocheerd

Model: (a) rechte halsuitsnijding, halflange nauwsluitende mouwen in 1956 voorzien van dubbele pagodevormige manchetten (manchettes en eventail) van voren nauwsluitend lijf met in 1956 toegevoegd en uit twee delen bestaand borststuk, op de rug vanaf de hals een losvallend, syymetrisch opgebouwd opgebouwd stelsel van platte plooien (pli Watteau), voorpanden van rok glad en voorzien van taps toelopend beleg, in de taille rond de zijnaden van de rok platte plooien met een diep split er in, lijf en mouwen gevoerd met naturelkleurig, gekalanderd linnen. Lijf in 1956 voorzien van linnen binnenlijf met vetersluiting op de rug. Rok in 1956 gevoerd met lichtblauwe zijde. Sluiting lijf middenvoor d.m.v. metalen haken en ogen.

Overjapon van crèmekleurige zijdedamast, met ingeweven bloemslingers en verticale banen met stippen, waarover een strooimotief van grote en kleine rozen in veelkleurige zijde is gebrocheerd

Model: (a) rechte halsuitsnijding, halflange nauwsluitende mouwen in 1956 voorzien van dubbele pagodevormige manchetten (manchettes en eventail) van voren nauwsluitend lijf met in 1956 toegevoegd en uit twee delen bestaand borststuk, op de rug vanaf de hals een losvallend, syymetrisch opgebouwd opgebouwd stelsel van platte plooien (pli Watteau), voorpanden van rok glad en voorzien van taps toelopend beleg, in de taille rond de zijnaden van de rok platte plooien met een diep split er in, lijf en mouwen gevoerd met naturelkleurig, gekalanderd linnen. Lijf in 1956 voorzien van linnen binnenlijf met vetersluiting op de rug. Rok in 1956 gevoerd met lichtblauwe zijde. Sluiting lijf middenvoor d.m.v. metalen haken en ogen.