Een sepoy, een zwarte soldaat in het uniform van de Britse Oost-Indische Compagnie (witte korte broek afgezet met een zwart en wit geblokte rand, wit hemd, blauwe band om het middel, rood met zwart en geel uniformjas, blauwe baret met rood-witte versiersels en zwarte schoenen) draagt een geweer over zijn linkerschouder. Onder de blauwe band om zijn middel is de bajonet van het geweer gestoken. Over zijn bovenlijf zien we twee kruislingse banden, aan één hangt de patroontas op zijn rug, de ander is de bandelier waarin zijn sabel is bevestigd. Het onderschrift van de prent luidt: Ein Seapoy, oder Ostindischer Soldat im Dienst der Englischen Compagnie.