Zie eens, lieve, graage kindren! wat al kostjens 'k heb bereid; / Tast vry toe; maar wacht u, wacht u, voor de maagre gulzigheid (...).. / Hoe, gy lacht! en waarom lacht gy? geef ik dan geen overvloed? / Maar gy lacht, niet waar? om dat gy met uwe oogen eten moet

Blad met 18 voorstellingen van straatverkopers, zoals een eierenverkoper, een bloemkoolverkoopster en een mosterdverkoper. Onder elke afbeelding een zesregelig vers. Genummerd rechtsboven: No. 287.

Zie eens, lieve, graage kindren! wat al kostjens 'k heb bereid; / Tast vry toe; maar wacht u, wacht u, voor de maagre gulzigheid (...).. / Hoe, gy lacht! en waarom lacht gy? geef ik dan geen overvloed? / Maar gy lacht, niet waar? om dat gy met uwe oogen eten moet

Blad met 18 voorstellingen van straatverkopers, zoals een eierenverkoper, een bloemkoolverkoopster en een mosterdverkoper. Onder elke afbeelding een zesregelig vers. Genummerd rechtsboven: No. 287.