Allegorie op de Engelse koning Karel II en de grote brand van Londen als Gods straf voor de brandstichting op Terschelling, 1666. Blad met vier voorstellingen genummerd 1-4. Onderaan plaat 1: het verbranden van de Hollandse koopvaardijvloot in het Vlie en de brandstichting op het eiland Terschelling, links de Brandaris, 18-20 augustus. Boven links plaat 2: koning Karel II beloont de brandstichters, op de achtergrond vreugdevuren in de straten van Londen. Midden: Karel II op zijn troon wijst het pleit van een krijgsman en van arme en hongerige bewoners van het land af. Aan de muur een schilderij van de val van Icarus. Op de achtergrond buiten een stoet met de personificaties van de Vrede, Rechtvaardigheid en de Hollandse Maagd. Boven rechts plaat 3: de grote brand van Londen, 2-5 september 1666. Onder de plaat gedrukt op het blad een vers in 3 kolommen waarin de voorstellingen verklaard worden.