Vouwwaaier met blad van papier waarop met aquarel en goudverf centraal een voorstelling van de ontmoeting tussen Ruth en Boas tijdens de korenoogst, geflankeerd door cartouches met vruchten, op een open montuur van gesneden been ingelegd met bladzilver en goud. In de centrale, goudomrande cartouche kijkt Ruth verbaasd naar Boas, de eigenaar van het korenveld, die haar 'betrapt' bij het oogsten. Op het tweede plan staat een andere vrouw en rechts achter stapelt een jongen korenschoven op een kar. Dit wordt geflankeerd door kleine ovale medaillons waarin een klassieke vaas en grotere ruiten gevuld met druiven, appels, peren, perzikken en meloen. Het geheel is voorzien van bloemenslingers. Op de achterkant van het blad in het midden een blad- en bloemmotief. Het montuur met veertien benen heeft een centrale cartouche met een pijlenkoker geflankeerd door medaillons met bloemen. Op de sluitbenen pijlenkokers, slingers en fantasiemotieven. Sluitpin van koper met stras.