Allegorie op de Gulik-Kleefse kwestie en het dreigende einde van de vrede van het Twaalfjarig Bestand, 1614. Links rovende benden Spaanse soldaten die de inwoners van het land van Gulik, Kleef, Berg en Mark verjagen. Rechts de zuil (Treves: Twaalfjarig Bestand) geladen op een wagen die door Mars met een dommekracht omhoog gekrikt wordt en omver dreigt te vallen. Bij de zuil een zieltogende halfnaakte vrouw (de Vrede) die door twee monniken ondersteund wordt. Rechtsboven verjaagt de Hollandse Leeuw met het devies van de Orde van de Kousenband een monster (Spinola), linksboven zijn twee anti-roomse anekdotes verbeeld, rechts de paus liggend in bed. Bij de prent een mapje met een afschrift van de (hier ontbrekende) tekst.