5. Hoe seer men moet-wil doch verschoont, Het quaet sijn eyghen Meester Loont

Graaf Willem III hoort liggend in bed de verhalen aan van de boer, links, en de baljuw van Zuid-Holland, rechts staande naast de schout van Dordrecht. Aan het hof Valenciennes. Voorstelling nr. 5 in een serie van zes kleine scènes van de opeenvolgende episoden van het verhaal van de Rechtspraak van graaf Willem III in het jaar 1336. Deze kleine prenten behoren aan weerszijden van de grote centrale voorstelling. Bij elke voorstelling een onderschrift bestaande uit een spreuk en een vers van twee kolommen van acht regels.

5. Hoe seer men moet-wil doch verschoont, Het quaet sijn eyghen Meester Loont

Graaf Willem III hoort liggend in bed de verhalen aan van de boer, links, en de baljuw van Zuid-Holland, rechts staande naast de schout van Dordrecht. Aan het hof Valenciennes. Voorstelling nr. 5 in een serie van zes kleine scènes van de opeenvolgende episoden van het verhaal van de Rechtspraak van graaf Willem III in het jaar 1336. Deze kleine prenten behoren aan weerszijden van de grote centrale voorstelling. Bij elke voorstelling een onderschrift bestaande uit een spreuk en een vers van twee kolommen van acht regels.