Quadrant

Twee bijna identieke clinometers om de maximale helling van een slingerend schip te meten. Beide zijn van messing, gemonteerd op een houten achterplaatje met het middelpunt van de boog bovenaan. De schaal op de boog loopt van 0° tot 45° naar iedere kant. De buitenrand van de boog is getand, iedere kant in tegengestelde richting. De twee wijzers hebben pallen tegen de achterkant, die in de tanden grijpen: hierdoor kunnen zij alleen naar buiten bewegen langs de boog. Met de hand kunnen de pallen losgemaakt worden om de wijzers weer naar 0° terug te brengen. Door een kleine onderbreking van de palrand kunnen de wijzers niet in elkaars achtste van de boog terecht komen. De tanden van het ene kwadrant (a) verdelen de boog in kwart graden, die op het tweede (b) in halve graden. De wijzers op het eerste kwadrant (a) lopen met kleine rolletjes over de graadboog. Als het schip slingerde, sloeg iedere wijzer uit naar de kant waar het schip overhelde en gaf de maximum helling aan. [gecombineerde beschrijving]

Quadrant

Twee bijna identieke clinometers om de maximale helling van een slingerend schip te meten. Beide zijn van messing, gemonteerd op een houten achterplaatje met het middelpunt van de boog bovenaan. De schaal op de boog loopt van 0° tot 45° naar iedere kant. De buitenrand van de boog is getand, iedere kant in tegengestelde richting. De twee wijzers hebben pallen tegen de achterkant, die in de tanden grijpen: hierdoor kunnen zij alleen naar buiten bewegen langs de boog. Met de hand kunnen de pallen losgemaakt worden om de wijzers weer naar 0° terug te brengen. Door een kleine onderbreking van de palrand kunnen de wijzers niet in elkaars achtste van de boog terecht komen. De tanden van het ene kwadrant (a) verdelen de boog in kwart graden, die op het tweede (b) in halve graden. De wijzers op het eerste kwadrant (a) lopen met kleine rolletjes over de graadboog. Als het schip slingerde, sloeg iedere wijzer uit naar de kant waar het schip overhelde en gaf de maximum helling aan. [gecombineerde beschrijving]