De vier tijden van het etmaal

Landschap met Proserpina, dochter van Ceres, als personificatie van de Nacht. In haar handen houdt ze een hoorn des overvloeds en een brandende fakkel. Ze wordt vergezeld door een draak en een uil. Op de achtergrond een stoet mensen met brandende fakkels. In de marge een tweeregelig onderschrift in het Latijn.

De vier tijden van het etmaal

Landschap met Proserpina, dochter van Ceres, als personificatie van de Nacht. In haar handen houdt ze een hoorn des overvloeds en een brandende fakkel. Ze wordt vergezeld door een draak en een uil. Op de achtergrond een stoet mensen met brandende fakkels. In de marge een tweeregelig onderschrift in het Latijn.