In het midden zitten Vrede en Rechtvaardigheid op een troon op een voetstuk. Voor het voetstuk staat een geldkist en liggen sieraden en vazen. De objecten duiden op de Liberale Gifte van de vijftigste penning gevraagd in 1747 tot steun van het in oorlog verkerende land. Boven de twee vrouwen de tekst Monent monetae date. Rondom een omlijsting met acht cartouches: Aan de onderzijde het wapen van Zeeland met devies Luctor et emergo; aan de bovenzijde ontvangt een geharnaste figuur (mogelijk Minerva) een fasces van een engel; aan weerszijden drie cartouches die verwijzen naar de verheffing van Willem IV. Aan de onderzijde het onderschrift Felix congressio quâ pax se themidi jungat.