Allegorie op het gelijkstellen van de rooms-katholieke godsdienst met andere gezindten, 1799. Centraal staat de Hollandse Maagd op de treden van een tempel bij altaar, met de Phrygische muts op de punt van de speer; achter haar rechts, op de treden, twee jonge mannen die elkaar omarmen als symbool van de Broederschap. De Maagd is links gewend en overhandigt een papier aan de Godsdienst, voorgesteld als een staande vrouw die in de linkerhand een miskelk houdt; achter haar de Liefde, een vrouw met twee kinderen. Op de voorgrond links is de Hoop gezeten; rechts staat een vrouw met een paslood als symbool van de Gelijkheid. Links bovenaan het Alziende Oog.