Dubbelloops vuursteendraailoopkarabijn of -pistool

Dubbelloops vuursteendraailoopkarabijn of -pistool. De achterslotplaat is gegraveerd met bladerranken rond het woord MASTRECK. De twee lopen zijn boven elkaar gemonteerd; de lopen zijn rond, behalve bij de afgeplatte vlakken aan de achterzijde boven, met vizierkeep, en rechts; bovenop de tromp zit een zilveren vizierkorrel. Een van de lopen heeft bovenop drie merken: een onduidelijk stempel, en verder achtereenvolgens de proef- en de inspectiemerken van de Gunmakers Company van Londen. De notenhouten kolf bestaat uit drie delen: een voorlade, aan beide zijden gegroefd, met de laadstok aan een kant, vervolgens een kort stuk, en dan na twee scheidingsplaten een open zgn. skeletkolf; tussen de laatste twee stukken in is de kolf afneembaar, waardoor het kleine geweer ook als pistool kan worden gebruikt. Het ijzeren beslag bestaat uit één laadstokkoker, een trekkerbeugel met de deblokkerings-pal voor het draaimechanisme, een schroefplaat van ijzerblik met ajour bewerkt lofwerk, en een korte gordelhaak die met de achterste slotbout aan de lade vastzit; geen kolfplaat; de laadstok is voorzien van een kap van koehoorn.

Dubbelloops vuursteendraailoopkarabijn of -pistool

Dubbelloops vuursteendraailoopkarabijn of -pistool. De achterslotplaat is gegraveerd met bladerranken rond het woord MASTRECK. De twee lopen zijn boven elkaar gemonteerd; de lopen zijn rond, behalve bij de afgeplatte vlakken aan de achterzijde boven, met vizierkeep, en rechts; bovenop de tromp zit een zilveren vizierkorrel. Een van de lopen heeft bovenop drie merken: een onduidelijk stempel, en verder achtereenvolgens de proef- en de inspectiemerken van de Gunmakers Company van Londen. De notenhouten kolf bestaat uit drie delen: een voorlade, aan beide zijden gegroefd, met de laadstok aan een kant, vervolgens een kort stuk, en dan na twee scheidingsplaten een open zgn. skeletkolf; tussen de laatste twee stukken in is de kolf afneembaar, waardoor het kleine geweer ook als pistool kan worden gebruikt. Het ijzeren beslag bestaat uit één laadstokkoker, een trekkerbeugel met de deblokkerings-pal voor het draaimechanisme, een schroefplaat van ijzerblik met ajour bewerkt lofwerk, en een korte gordelhaak die met de achterste slotbout aan de lade vastzit; geen kolfplaat; de laadstok is voorzien van een kap van koehoorn.