Het slot bestaat uit drie delen: een achterslotplaat en twee voorslotplaten, één voor elke loop. De slotplaatdelen zijn versierd met bloem- en bladerranken, op de achterslotplaat eindigend in een hoofd en een drakenkop; gegraveerd met MASTRECK. De twee lopen zijn boven elkaar gemonteerd; voorzien van twee ingevijlde ringen; achterop gegraveerd met portretten en profil van een man en een vrouw; de staart van de loop is gegraveerd met lofwerk; onderop gestempeld met een onduidelijk merk, waarschijnlijk een D en een M. De kolf bestaat uit twee delen: de greep, in reliëf gesneden met krullen rond de loop en een kolfdoos op de rechterzijde met een afschuifbaar deksel versierd met bladerranken en een achterplaat van koehoorn; en de voorlade met gegroefde zijden, waarvan een de laadstok bevat; onderop de greep gebrandmerkt met een merk in de vorm van twee gebogen vissen boven het gestempelde nummer 28. Het ijzeren beslag bestaat uit drie laadstokkokers, de trekkerbeugel met een spleet voor de deblokkeringspal van het draaimechanisme en op de onderkant gegraveerd met een mannenportret en profil, en de kolfplaat; er is geen schroefplaat; de laadstok is voorzien van een ijzeren kap.