Vuursteenpistool

Deel van een koppel. Het slot vertoont sporen dat het vroeger geblauwd is geweest; de pan is regendicht; de slotplaat en de haan zijn gegraveerd met wat lofwerk binnen ingelegde randen van geelkoper; de slotplaat is gesigneerd. De geblauwde loop is in drieën gedeeld door middel van ringen en heeft een ring rond de tromp; de ring aan het eind van de kulas is ingelegd met geelkoper; gegraveerd met een touwmotief en acanthusbladeren; achterop staat een schildachtig motief opgedeeld door een rij van ingeslagen cirkels; de staart van de loop heeft een gelijksoortig ingelegde rand en een vleugelvormig achtervizier; geelkoperen vizierkorrel; achterop op de zijkant gestempeld met een T. De kolf is in reliëf gesneden met krullend lofwerk bij de laadstokopening en achter de loop, waar ook een grotesk masker is gesneden; de greep is ingelegd met gegraveerd geelkoper met krullen en tulpachtige bloemen. Het beslag van voorheen verguld gegoten geelkoper met nageciseleerde reliëfversiering, de twee gefacetteerde laadstokkokers met reliëfversiering daargelaten, bestaat uit een trekkerbeugel met een centraal medaillon voorzien van een Klassieke buste met een helm, een schroefplaat van symmetriche, ajour bewerkte gebroken bladerranken met monsterkoppen rond een centraal masker met een buste en suite met de trekkerbeugel, een duimplaat met een gelijksoortige buste onder een masker, en een kolfkap versierd met krullend lofwerk, twee omlijste bustes met maskers en trofeeën, en een centraal masker onderop; de laadstok is voorzien van een geelkoperen kap met op de laadstok van 159-A nog een ijzeren ring.

Vuursteenpistool

Deel van een koppel. Het slot vertoont sporen dat het vroeger geblauwd is geweest; de pan is regendicht; de slotplaat en de haan zijn gegraveerd met wat lofwerk binnen ingelegde randen van geelkoper; de slotplaat is gesigneerd. De geblauwde loop is in drieën gedeeld door middel van ringen en heeft een ring rond de tromp; de ring aan het eind van de kulas is ingelegd met geelkoper; gegraveerd met een touwmotief en acanthusbladeren; achterop staat een schildachtig motief opgedeeld door een rij van ingeslagen cirkels; de staart van de loop heeft een gelijksoortig ingelegde rand en een vleugelvormig achtervizier; geelkoperen vizierkorrel; achterop op de zijkant gestempeld met een T. De kolf is in reliëf gesneden met krullend lofwerk bij de laadstokopening en achter de loop, waar ook een grotesk masker is gesneden; de greep is ingelegd met gegraveerd geelkoper met krullen en tulpachtige bloemen. Het beslag van voorheen verguld gegoten geelkoper met nageciseleerde reliëfversiering, de twee gefacetteerde laadstokkokers met reliëfversiering daargelaten, bestaat uit een trekkerbeugel met een centraal medaillon voorzien van een Klassieke buste met een helm, een schroefplaat van symmetriche, ajour bewerkte gebroken bladerranken met monsterkoppen rond een centraal masker met een buste en suite met de trekkerbeugel, een duimplaat met een gelijksoortige buste onder een masker, en een kolfkap versierd met krullend lofwerk, twee omlijste bustes met maskers en trofeeën, en een centraal masker onderop; de laadstok is voorzien van een geelkoperen kap met op de laadstok van 159-A nog een ijzeren ring.