Vuursteen zakpistool met getrokken afschroefbare loop, deel van een koppel. Het slotmechaniek zit verscholen in een gedeeltelijk ijzeren, gedeeltelijk verguld geelkoperen huis dat doorloopt tot in de greep; de haan is gegraveerd met een bloesemtak; de rechte trekker steekt uit de onderkant van het huis naar beneden en wordt niet beschermd door een trekkerbeugel. De loop bestaat uit twee delen: een met acht groeven getrokken rond deel aan de voorzijde dat afschroefbaar is en een gesigneerde, achtkantige kulas aan de achterkant. De kolf bestaat slechts uit een korte greep van verguld geelkoper met een draagoog onderop, waaraan een rond, geelkoperen plaatje gestempeld met het nummer 513 is bevestigd; over de kolf loopt een verheven vlak dat uitloopt in een blad en is gegraveerd met een merk in de vorm van twee gebogen vissen boven het nummer 31 op 210-A en 32 op 210-B; geen voorziening voor een laadstok.