Deel van een koppel.Het slot is gegraveerd met bloesemtakken en een vogel; de slotplaat loopt uit in een punt en draagt een inscriptie. De loop is voorzien van een ring en een trompring; onderop gestempeld MIM en de initialen I en R aan weerszijden van een rozet onder een kroon. De kolf van palmhout is eenvoudig gesneden; de greep loopt uit in een kolfknop van massief ivoor, rondom gesneden als een bloem; het palmhout en ivoor zijn van elkaar gescheiden door een ebbenhouten band; de voorlade is voorzien van een kap van donkere koehoorn; de linkerzijde van de greep is gebrandmerkt met een merk in de vorm van twee gebogen vissen boven het gestempelde nummer 13 op 113-A en 14 op 113-B. Het ijzeren beslag bestaat uit een korte laadstokkoker, een aan de voorkant gevorkte trekkerbeugel met een paneel en op 113-A voorzien van een rond, geelkoperen plaatje gestempeld met het nummer 503; de laadstok heeft een kap van koehoorn, passend bij die van de voorlade.