In 1929 werd in Rotterdam begonnen met de aanleg van de Eerste Petroleumhaven. In een petroleumhaven zijn raffinaderijen te vinden, tankparken en petrochemische industrie. Verdere uitbereiding vond plaats in de jaren zestig. De uitbreidingen van na 1945 zijn onder andere het gevolg van de sterk toenemende vraag naar aardolie en aardolieproducten. De haven op de foto is de achtste petroleumhaven en stamt uit 1966. Deze haven ligt op de Maasvlakte, een door afdamming en opspuiting ontstaan haven- en industriegebied van circa 27 km². De Rotterdamse haven was tot halverwege de 16e eeuw voornamelijk een visserijhaven en hield zich dus bezig met haringvisserij en de handel hier omheen. De havens van toen stonden in open verbinding met de rivier en waren zodanig aangelegd dat de schepen voor koopmanshuizen konden lossen. De toegang tot de Noordzee werd destijds gevormd door het Brielse Gat en de Botlek. De val van Antwerpen (1585) zorgde ervoor dat Rotterdam een deel van de Antwerpse stapelmarktfunktie over kon nemen. De stapelmarktfunctie overheerste tot ongeveer 1870. Door de opkomst van de vrije wereldhandel en de Industriële Revolutie werd de Rotterdamse haven omgevormd tot de belangrijkste overslag- en doorvoerhaven van West-Europa.