Landschap in Nederland

Op de foto is een tankstation te zien aan de A13 bij de afslag Delft-Zuid. Delft is een gemeente met ongeveer 89.000 inwoners in de provincie Zuid-Holland vlak bij Rotterdam. Tankstations zijn tegenwoordig een normaal verschijnsel in het landschap. Dit is natuurlijk niet altijd zo geweest. De eerste automobilist in Nederland was de hoffotograaf Adolphe Zimmermans in 1896. De belangstelling voor de auto was in die tijd zeer gering. Ook reed men nog niet op benzine, maar op stoom en stroom. Benzine was toen nog een lastig bijproduct van de aardoliewinning en werd op Sumatra zelfs in kuilen in het bos verbrand. Toen ingenieur Gottlieb Daimler eind 19e eeuw een motor lanceerde die op benzine liep werd er veel behoedzamer met dit product omgegaan. Het duurde lang voordat in Nederland het fenomeen auto aansloeg. Bij een verkeerstelling in 1908 op de weg Amsterdam-Haarlem passeerden er die dag slechts twaalf auto's. In 1940 reden er in ons land pas honderdduizend auto's, waarvan het grootste gedeelte ook nog tijdens de Tweede Wereldoorlog verdween. Pas vanaf de jaren zestig vond er een explosieve groei plaats. De toename van het aantal auto's overtreft de bevolkingsgroei. In 1960 waren er op elke duizend inwoners 46 personenauto's. Twintig jaar later waren dat er 301 en in het jaar 1990 is de dichtheid 370 auto's per duizend inwoners.

Landschap in Nederland

Op de foto is een tankstation te zien aan de A13 bij de afslag Delft-Zuid. Delft is een gemeente met ongeveer 89.000 inwoners in de provincie Zuid-Holland vlak bij Rotterdam. Tankstations zijn tegenwoordig een normaal verschijnsel in het landschap. Dit is natuurlijk niet altijd zo geweest. De eerste automobilist in Nederland was de hoffotograaf Adolphe Zimmermans in 1896. De belangstelling voor de auto was in die tijd zeer gering. Ook reed men nog niet op benzine, maar op stoom en stroom. Benzine was toen nog een lastig bijproduct van de aardoliewinning en werd op Sumatra zelfs in kuilen in het bos verbrand. Toen ingenieur Gottlieb Daimler eind 19e eeuw een motor lanceerde die op benzine liep werd er veel behoedzamer met dit product omgegaan. Het duurde lang voordat in Nederland het fenomeen auto aansloeg. Bij een verkeerstelling in 1908 op de weg Amsterdam-Haarlem passeerden er die dag slechts twaalf auto's. In 1940 reden er in ons land pas honderdduizend auto's, waarvan het grootste gedeelte ook nog tijdens de Tweede Wereldoorlog verdween. Pas vanaf de jaren zestig vond er een explosieve groei plaats. De toename van het aantal auto's overtreft de bevolkingsgroei. In 1960 waren er op elke duizend inwoners 46 personenauto's. Twintig jaar later waren dat er 301 en in het jaar 1990 is de dichtheid 370 auto's per duizend inwoners.