De Zaan

De Zaan is een vergraven waterloop in de provincie Noord-Holland en ligt tussen het Noordzeekanaal en West-Knollendam. Deze waterloop is twaalf kilometer lang en bevaarbaar voor schepen tot 2000 ton. Omstreeks 1300 is de Zaan van het IJ afgesloten door een dam, de Zaandam. Hier bevinden zich nu de Wilhelminasluis (1903) en de Oude Sluis (1544). Aan weerszijden van de Zaan ligt de Zaanstreek. Deze streek omvat de gemeenten Wormerland en Zaanstad. In de middeleeuwen werd op de hogere delen landbouw bedreven, maar ook visserij en scheepvaart. Na de afsluiting van de Zaan kon men zonder overstromingsgevaar langs de Zaan gaan wonen en ontstonden hier kernen van handel en scheepvaart. Toen de scheepvaart in de 17e eeuw haar grootste bloeiperiode doormaakte ging men er ook toe over de aangevoerde producten te verwerken. Als gevolg van oorlogen was er tussen 1750 en 1850 een economische neergang, maar na de opening van het Noordzeekanaal in 1876 bloeide de Zaanstreek economisch weer op. De aansluiting op het spoorwegnet werkte hier ook aan mee. De aard van de industrie veranderde doordat men overging van molens op nieuwere machines, werd de productie van consumptiegoederen (voor de binnenlandse markt) mogelijk.

De Zaan

De Zaan is een vergraven waterloop in de provincie Noord-Holland en ligt tussen het Noordzeekanaal en West-Knollendam. Deze waterloop is twaalf kilometer lang en bevaarbaar voor schepen tot 2000 ton. Omstreeks 1300 is de Zaan van het IJ afgesloten door een dam, de Zaandam. Hier bevinden zich nu de Wilhelminasluis (1903) en de Oude Sluis (1544). Aan weerszijden van de Zaan ligt de Zaanstreek. Deze streek omvat de gemeenten Wormerland en Zaanstad. In de middeleeuwen werd op de hogere delen landbouw bedreven, maar ook visserij en scheepvaart. Na de afsluiting van de Zaan kon men zonder overstromingsgevaar langs de Zaan gaan wonen en ontstonden hier kernen van handel en scheepvaart. Toen de scheepvaart in de 17e eeuw haar grootste bloeiperiode doormaakte ging men er ook toe over de aangevoerde producten te verwerken. Als gevolg van oorlogen was er tussen 1750 en 1850 een economische neergang, maar na de opening van het Noordzeekanaal in 1876 bloeide de Zaanstreek economisch weer op. De aansluiting op het spoorwegnet werkte hier ook aan mee. De aard van de industrie veranderde doordat men overging van molens op nieuwere machines, werd de productie van consumptiegoederen (voor de binnenlandse markt) mogelijk.