Op 15 april 1977 hielden de vakbonden 'openhuisdag' in een vestiging van de Koninklijke Machinefabriek Stork N.V in Hengelo. Het Overijsselse Tweede Kamerlid van de PvdA H. Rienks (links met das en grijs haar) was in de kantine in gesprek met werknemers van het bedrijf. In Hengelo werden twee vestigingen van het bedrijf met sluiting bedreigd. In totaal zouden 570 arbeidsplaatsen verloren gaan. Tevens werd in Utrecht de Stork-Werkspoor gieterij met sluiting bedreigd (300 arbeidsplaatsen). Na een bedrijfsbezetting van twee dagen en 20 miljoen gulden aan overheidssteun werd op 9 mei besloten dat de vestigingen in Hengelo gedeeltelijk (250 ontslagen) open bleven. De sluiting in Utrecht ging door. De stijgende werkloosheid en de slechte economische vooruitzichten waren een belangrijk onderwerp bij de verkiezingen van 25 mei 1977.