Blauw beklede doos met de versierselen van het Grootkruis van de Leopoldsorde, Koninkrijk België, verleend aan minister-president W. Drees. De versierselen bestaan uit het ordeteken met schouderband en de ordester. Het ordeteken is een wit geemailleerd Maltezerkruis dat aan een koningskroon hangt, met tussen de armen eiken- en laurierbladeren en tussen de punten van de onderste arm een op twee stokken gedrapeerde wimpel. Het middenmedaillon toont een klimmende, gekroonde leeuw naar links (de leeuw van België) op een zwarte ondergrond en in gouden letters op een rode ondergrond het omschrift 'L'Union fait la Force'; de keerzijde toont een uitgewerkt spiegelmonogram met de letters L R (Leopold Rex) in goud op een zwarte ondergrond, omringd door een gouden laurierkrans op een rode ondergrond. Het ordeteken hangt aan een paarse schouderband. De zilveren ordester heeft acht gebrillianteerde punten, met het middenmedaillon met leeuw en omschrift, gelijk aan de voorzijde van het ordeteken, hier nog omringd met een gebrillianteerde gouden rand. De deksel is aan de binnenzijde met wit zijde gevoerd, de versierselen liggen op een geel fluwelen verhoging, waaronder de schouderband ligt. Het Grootkruis van de Leopoldsorde werd minister-president W. Drees verleend door Karel, prins van Belgie, regent, te Brussel op 10 maart 1949.