Teuerdanck

Boek met een titelpagina en 118 houtsneden op 290 bladen. Het boek bevat de tekst van en illustraties bij het verhaal 'Theuerdank' (ofwel 'Teurdanck', 'Theuerdanck', of 'Tewerdank'). Deze gefictionaliseerde liefdesgeschiedenis is opgesteld door keizer Maximiliaan I van Habsburg en opgeschreven door Siegmund von Dietrichstein, Marx Treitzsaurwein en hoofdzakelijk Melchior Pfintzing die het in 1514 klaar heeft gemaakt voor publicatie. Het verhaal gaat over de avonturen van ridder Theuerdank (Maximiliaan I) onderweg naar Ehrenreich (Maria hertogin van Bourgondië) met het doel haar het hof te maken. Gesteund door de goede geest Ehrenhold probeert hij tegenstanders Umfallo, Fürwittig en Neidelhart (welke drie levensfasen representeren) te verslaan. Maria was al in 1482 overleden, dus kan dit verhaal ook worden gelezen als een eerbetoon aan het huwelijk. De illustraties zijn grotendeels ontworpen door Leonhard Beck (77 stuks) en verder door Hans Schäufelein (ongeveer 20 stuks), Hans Burgkmair (I) (15 stuks), Jörg Breu (I), Wolf Traut, Erhard Schön, Hans Weiditz en een aantal onbekende prentmakers. Ze zijn waarschijnlijk uitgesneden door Jost de Negker.

Teuerdanck

Boek met een titelpagina en 118 houtsneden op 290 bladen. Het boek bevat de tekst van en illustraties bij het verhaal 'Theuerdank' (ofwel 'Teurdanck', 'Theuerdanck', of 'Tewerdank'). Deze gefictionaliseerde liefdesgeschiedenis is opgesteld door keizer Maximiliaan I van Habsburg en opgeschreven door Siegmund von Dietrichstein, Marx Treitzsaurwein en hoofdzakelijk Melchior Pfintzing die het in 1514 klaar heeft gemaakt voor publicatie. Het verhaal gaat over de avonturen van ridder Theuerdank (Maximiliaan I) onderweg naar Ehrenreich (Maria hertogin van Bourgondië) met het doel haar het hof te maken. Gesteund door de goede geest Ehrenhold probeert hij tegenstanders Umfallo, Fürwittig en Neidelhart (welke drie levensfasen representeren) te verslaan. Maria was al in 1482 overleden, dus kan dit verhaal ook worden gelezen als een eerbetoon aan het huwelijk. De illustraties zijn grotendeels ontworpen door Leonhard Beck (77 stuks) en verder door Hans Schäufelein (ongeveer 20 stuks), Hans Burgkmair (I) (15 stuks), Jörg Breu (I), Wolf Traut, Erhard Schön, Hans Weiditz en een aantal onbekende prentmakers. Ze zijn waarschijnlijk uitgesneden door Jost de Negker.