Vijf ronde glaasjes met taferelen uit het Oude Testament in een houten vatting. Het glas uiterst links: Mozes doet zijn schoenen uit bij de brandende braamstruik, hier verbeeld als een lichtgevende bol tussen de bomen. Het glas rechts daarvan: mannen rond een gedekte tafel voor een huis, een man draagt een grote kom voedsel aan terwijl vanuit de deur van het huis een vrouw toekijkt. (Vermoedelijk Abraham die de drie engelen ontvangt. Sara staat in de deuropening.) Het glas in het midden: Abraham heft het mes om Isaak te offeren, een engel komt vanuit de wolken om hem ervan te weerhouden. Het glas rechts daarvan: Hagar in ballingschap bij een bron in de woestijn, waar een engel haar vertelt terug te gaan. Hagar, in rode kleding, zit tegen een boom, de engel rechts van haar wijst met beide handen de verte in. Uiterst rechts: de dochters van Lot voeren hun vader dronken. Lot rechts, zijn beide dochters met ontbloot bovenlijf links. Op de voorgrond een tafel met wit tafellaken. Het tafereel vindt plaats in een grot.