Het slot voor een linkshandige schutter is gemonteerd op de linkerzijde van de kolf; over de staart van de slotplaat is een rand in reliëf gebeiteld; de slotplaat draagt een signatuur; de binnenzijde is gestempeld met de letters SI. De loop is gemarkeerd met ingevijlde ringen; de staart van de loop is voorzien van een vizierkeep, de vizierkorrel is van geelkoper; bovenop is het wapen van Utrecht gestempeld, onderop een merk in de vorm van een gekroond schild. De lichtbruin tot gele kolf is in reliëf gesneden met onder meer grote bladeren. Het vergulde geelkoperen beslag bestaat uit vier laadstokkokers, een trekkerbeugel met een grotesk masker, een ajour bewerkte schroefplaat bestaande uit lofwerk met koppen van fantasiewezens rondom een Klassieke krijger op een kar die wordt voortgetrokken door een centaur, en een kolfplaat met versiering in reliëf, waaronder een faun, op het spoor; geen duimplaat; de laadstok is voorzien van een kap van koehoorn en aan de smalle zijde van een lange ijzeren kap.