Emblemata Saecularia, 1596

Een naakte hoer ligt op een hemelbed en heeft een heer letterlijk 'gestrikt'. Zij trekt hem aan een koord, dat vastzit aan zijn enkel, naar zich toe, daarbij geholpen door een oude koppelaarster die hem naar het bed duwt. De kleding van de vrouw ligt links op een stoel. Bloemen liggen op de grond. De bijbehorende tekst is een waarschuwing tegen de ontucht en verwijst naar de hoedanigheid van de vrouw: 'want de hoer is een diepe kuil, de ontuchtige een nauwe put' (Spreuken XXIII, vers 27). Embleem nr. 28 in Emblemata Saecularia, 1596 en nr. 7 in tweede druk 1611.

Emblemata Saecularia, 1596

Een naakte hoer ligt op een hemelbed en heeft een heer letterlijk 'gestrikt'. Zij trekt hem aan een koord, dat vastzit aan zijn enkel, naar zich toe, daarbij geholpen door een oude koppelaarster die hem naar het bed duwt. De kleding van de vrouw ligt links op een stoel. Bloemen liggen op de grond. De bijbehorende tekst is een waarschuwing tegen de ontucht en verwijst naar de hoedanigheid van de vrouw: 'want de hoer is een diepe kuil, de ontuchtige een nauwe put' (Spreuken XXIII, vers 27). Embleem nr. 28 in Emblemata Saecularia, 1596 en nr. 7 in tweede druk 1611.