Deel rechtsachter van lengtedoorsnede van voorlader. Ringvormige druif met nok erop, iets verbogen. In de nok zit een gat. Zundgat met rechthoekige uitsparing. In de stootbodem (achter zundgat) gat met schuin naar voren lopende gleuf. Gieterijmerk tussen kulasband en eerste breuk. Wapen voor eerste breuk en tap. Basis van (afgebroken) dolfijn is nog zichtbaar. Voor de tap (1 stuk) bovenop de loop zit een nok. De loop is over de gehele lengte niet geboord. Op de loop (tussen eerste band en tap) gegraveerd het rechterdeel van gekroond wapen opgebouwd van bladeren en de letter W.