Politieke en religieuze allegorie op de situatie in de Nederlanden omstreeks 1619. Een gedrocht met zeven koppen, waarschijnlijk een symbool van de arminiaanse partij, probeert de pijlenbundel van de Republiek door te zagen. Het monster wordt echter in bedwang gehouden door Willem Lodewijk, stadhouder van Friesland, en prins Maurits die beiden op de hoofden van het monster staan. Hieromheen staan vertegenwoordigers van de zeven provincies, zeven (contraremonstrantse) predikanten met zwaarden met opschriften en zeven hoornblazers. Links de koe die de welvaart van de Nederlanden symboliseert. Bij haar kop staan de wapens van drie provincies uit de Zuidelijke Nederlanden. Op haar rug staat de personificatie van Geloof. De koe wordt gemolken in de emmer Voorzichtigheid en gevoerd met vredestakken door een engel. Hierbij staat de Engelse koning Jacobus I, genaamd 'Getrouwen Raedt'. Linksonder twee engelen met een wapenschild en een cartouche met een groep staande figuren.