Vitrinekast met marquetterie in florale motieven

Vitrinekast van eiken- en fruithout, belijmd met onder andere iepenwortel, palissander- en esdoornhout rustend op vier hoge poten. De kast bestaat uit een onder- en een bovenkast die van elkaar gescheiden zijn door middel van een blad dat aan beide zijden uitsteekt. De onderkast bestaat uit een open blok met onderin drie laden, middenin een open deel en bovenin een lade. De drie laden bevatten marquetterie in de vorm van lissen en waterdrieblad en hebben trekkers van verguld brons in de vorm van vlinders. De lade bovenin heeft in het midden een sleutelgat. De poten, gesneden in gestileerde bladvormen, lopen over in de gecanneleerde zijstijlen. Langs de zijstijlen is een tweede stijl aangebracht. Deze is onderaan parallel aan de zijstijl, maar buigt vanaf het midden naar buiten tot aan de uiteinden van het blad. De ontstane tussenruimte is opgevuld met beeldhouwwerk in de vorm van een bloem op een steel met bladeren. De bovenkast bestaat uit een vitrinekast met twee deuren. Elke deur bestaat uit een raam waarvan de stijlen gesneden zijn in vloeiende vormen. Op de vier hoeken van de bovenkast zijn stijlen aangebracht die bovenaan eindigen in gestileerde bladvormen. Aan weerzijden van de bovenkast bevinden zich twee halfronde planken waarvan de linker zich lager bevindt dan de rechter. Achter de planken bevindt zich over de gehele lengte van de bovenkast beeldhouwwerk in de vorm van een bloem op een steel met bladeren. De bladeren steken uit over de gehele breedte van de plank. De achterwand van de bovenkast bevat marquetterie in de vorm van bloemen, planten en bladeren. Bovenop de kast rust langs de achterzijde en de zijkanten een kap die is opengewerkt in meerdere gebeeldhouwde libellen.

Vitrinekast met marquetterie in florale motieven

Vitrinekast van eiken- en fruithout, belijmd met onder andere iepenwortel, palissander- en esdoornhout rustend op vier hoge poten. De kast bestaat uit een onder- en een bovenkast die van elkaar gescheiden zijn door middel van een blad dat aan beide zijden uitsteekt. De onderkast bestaat uit een open blok met onderin drie laden, middenin een open deel en bovenin een lade. De drie laden bevatten marquetterie in de vorm van lissen en waterdrieblad en hebben trekkers van verguld brons in de vorm van vlinders. De lade bovenin heeft in het midden een sleutelgat. De poten, gesneden in gestileerde bladvormen, lopen over in de gecanneleerde zijstijlen. Langs de zijstijlen is een tweede stijl aangebracht. Deze is onderaan parallel aan de zijstijl, maar buigt vanaf het midden naar buiten tot aan de uiteinden van het blad. De ontstane tussenruimte is opgevuld met beeldhouwwerk in de vorm van een bloem op een steel met bladeren. De bovenkast bestaat uit een vitrinekast met twee deuren. Elke deur bestaat uit een raam waarvan de stijlen gesneden zijn in vloeiende vormen. Op de vier hoeken van de bovenkast zijn stijlen aangebracht die bovenaan eindigen in gestileerde bladvormen. Aan weerzijden van de bovenkast bevinden zich twee halfronde planken waarvan de linker zich lager bevindt dan de rechter. Achter de planken bevindt zich over de gehele lengte van de bovenkast beeldhouwwerk in de vorm van een bloem op een steel met bladeren. De bladeren steken uit over de gehele breedte van de plank. De achterwand van de bovenkast bevat marquetterie in de vorm van bloemen, planten en bladeren. Bovenop de kast rust langs de achterzijde en de zijkanten een kap die is opengewerkt in meerdere gebeeldhouwde libellen.