Vierkante sokkel van Gris Rouge marmer, behorend bij Halffiguur van David Bles (1821-1899), schilder

Vierkante sokkel van grijs marmer met rode en witte aders, behorend bij 'Halffiguur van David Bles (1821-1899), schilder'. Het bovenblad is vlak en is omsloten door een concaaf en licht overkragende richel. Aan de zijkant van het bovenblad staat in de hoek het inventarisnummer Inv. B no 66. Naar onderen toe heeft de sokkel enkele versmallende richels en loopt de sokkel verjongend af. Aan de voorzijde is op de schacht een naamplaat gecreëerd met op de hoeken omkrullende profielen, die doorlopen op de zijden. Op de naamplaat zijn ter hoogte van de bovenzijde twee voluten aangebracht met daaronder vergulde inkervingen aangebracht met het opschrift 'AAN DAVID BLES ZIJNE VRIENDEN EN VEREERDERS'. Op de tegenoverliggende zijde is 'MDCCCXXI XIX SEPTEMBER MDCCCXCI' aangebracht door eveneens het gebruik van vergulde inkervingen. Aan de onderzijde van de naamplaat zijn vijf kantelen aangebracht. Op de voorzijde is een lauwerkrans uitgehouwen met daarbinnen twee omkrullende linten. De plint bevat verscheidene richels en verbreed naar onderen toe.

Vierkante sokkel van Gris Rouge marmer, behorend bij Halffiguur van David Bles (1821-1899), schilder

Vierkante sokkel van grijs marmer met rode en witte aders, behorend bij 'Halffiguur van David Bles (1821-1899), schilder'. Het bovenblad is vlak en is omsloten door een concaaf en licht overkragende richel. Aan de zijkant van het bovenblad staat in de hoek het inventarisnummer Inv. B no 66. Naar onderen toe heeft de sokkel enkele versmallende richels en loopt de sokkel verjongend af. Aan de voorzijde is op de schacht een naamplaat gecreëerd met op de hoeken omkrullende profielen, die doorlopen op de zijden. Op de naamplaat zijn ter hoogte van de bovenzijde twee voluten aangebracht met daaronder vergulde inkervingen aangebracht met het opschrift 'AAN DAVID BLES ZIJNE VRIENDEN EN VEREERDERS'. Op de tegenoverliggende zijde is 'MDCCCXXI XIX SEPTEMBER MDCCCXCI' aangebracht door eveneens het gebruik van vergulde inkervingen. Aan de onderzijde van de naamplaat zijn vijf kantelen aangebracht. Op de voorzijde is een lauwerkrans uitgehouwen met daarbinnen twee omkrullende linten. De plint bevat verscheidene richels en verbreed naar onderen toe.