Doopjurk van gemengde kant voor Prinses Wilhelmina

Doopjurk van van prinses Wilhelmina van naturelkleurige gemengde kant: naaldkant - Brusselse gaaskant - in combinatie met applicatiekant van kloskant geappliceerd op machinale tule. Glad lijfje met ronde hals, punttaille, lange gladde mouwtjes en een schijnbaar opgelegd driehoekig voorpand. De gerimpeld aangezette rok heeft een langgerekt driehoekig voorpand. De linkerzij is versierd met een breed wit satijnen lint, lopend van taille tot rokzoom en onderbroken door twee strikken. Lijfje: Het voorpand (naald- en enig kloskant) vertoont driemaal een boeketje en heeft een drietal wieltjes in de taille, onder de kin en bij de polsen. Rok: Het achterpand (applicatiekant) is van tule, bezaaid met rozeknopjes en madeliefjes (kloskant). Het voorpand (naald- en kloskant) heeft onderaan een ronde reserve met het gekroonde Koninklijke Nederlandse wapen boven een banderolle met de tekst "JE MAINTIENDRAI". Het driehoekige pand is dubbel omrand met een fijne rozentak en een brede rand van lopende-hond-motief, dat zich langs de gehele rokzoom voortzet. Dit vertoont lange s-sen, vergezeld van schulprandjes, afwisselend van blaadjes en rozen. Bij de aanzet van de s-sen staat een gevleugeld wiel. In het midden hangen talrijke, vertakte slingers van fijne mimosa-takjes, die rozen- en vergeetmijnietboeketjes omsluiten, de onderste door een strik samengebonden. Bij de doopjurk behoren: een voeringjurk van satijn, een onderjurk van batist, een hemdje van zijden tricot, een mutsje, een doopkussen en een doopsluier.

Doopjurk van gemengde kant voor Prinses Wilhelmina

Doopjurk van van prinses Wilhelmina van naturelkleurige gemengde kant: naaldkant - Brusselse gaaskant - in combinatie met applicatiekant van kloskant geappliceerd op machinale tule. Glad lijfje met ronde hals, punttaille, lange gladde mouwtjes en een schijnbaar opgelegd driehoekig voorpand. De gerimpeld aangezette rok heeft een langgerekt driehoekig voorpand. De linkerzij is versierd met een breed wit satijnen lint, lopend van taille tot rokzoom en onderbroken door twee strikken. Lijfje: Het voorpand (naald- en enig kloskant) vertoont driemaal een boeketje en heeft een drietal wieltjes in de taille, onder de kin en bij de polsen. Rok: Het achterpand (applicatiekant) is van tule, bezaaid met rozeknopjes en madeliefjes (kloskant). Het voorpand (naald- en kloskant) heeft onderaan een ronde reserve met het gekroonde Koninklijke Nederlandse wapen boven een banderolle met de tekst "JE MAINTIENDRAI". Het driehoekige pand is dubbel omrand met een fijne rozentak en een brede rand van lopende-hond-motief, dat zich langs de gehele rokzoom voortzet. Dit vertoont lange s-sen, vergezeld van schulprandjes, afwisselend van blaadjes en rozen. Bij de aanzet van de s-sen staat een gevleugeld wiel. In het midden hangen talrijke, vertakte slingers van fijne mimosa-takjes, die rozen- en vergeetmijnietboeketjes omsluiten, de onderste door een strik samengebonden. Bij de doopjurk behoren: een voeringjurk van satijn, een onderjurk van batist, een hemdje van zijden tricot, een mutsje, een doopkussen en een doopsluier.