Vier technici bereiden een test voor in de Duits-Nederlandse Windtunnel. Deze bevindt zich in de Noordoostpolder, vlak tegenover het voormalige vissersplaatsje Vollenhove. Eigenaars zijn het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) en haar Duitse zusterorganisatie Deutsche Forschungs- und Versuchsanstalt für Luft- und Raumfahrt (DFVLR). Een windtunnel is een simulator, de weerstand en kracht van lucht en wind waaraan een voorwerp in de vrije natuur bloot staat worden ermee nagebootst. Windtunnels zijn meestal buizen waarin lucht door middel van een ventilator wordt rondgeblazen, maar ook andere gassen worden soms gebruikt. Het voorwerp dat wordt onderzocht kan een stilstaand voorwerp zijn dat bloot staat een natuurlijke wind (een gebouw, een booreiland), of een voorwerp dat zich met een bepaalde snelheid door "stilstaande" lucht beweegt (een auto, een vliegtuig). Met name bij de ontwikkeling van vliegtuigen wordt veel van windtunnels gebruik gemaakt. De windtunnel in de Noordoostpolder is een zogenaamde lagesnelheidswindtunnel. Laag is in dit opzicht echter maar een betrekkelijk begrip, de maximaal op te wekken luchtsnelheid is namelijk ruim 500 km/uur. De besturing loopt via een computer, die ook het meetproces stuurt.