In een EPK-gebouw (expeditieknooppunt) van de PTT in Utrecht worden door middel van meerdere mechanische hulpmiddelen de verschillende stromen post naar diverse verwerkingsplaatsen aangevoerd, verwerkt en afgevoerd. De aan- en afvoer van post door mechanisatie wordt aangeduid met de term "koers". De man is werkzaam bij de sortering van zakken en kleingoederen door de goederensorteermachine, bij de PTT bekend als koers 11 en 12. Dit is een lopende band waar de zakken en kleingoederen gecodeerd aankomen. De code bevat de eerste 3 cijfers van de postcode. Het sorteren van post is nog lang niet geheel geautomatiseerd. Veel brieven en pakketjes worden nog met de hand gesorteerd. Tegenwoordig wordt veel geld gestoken in de ontwikkeling van sorteermachines die een wijk compleet op straat en nummer sorteren. Dit is echter omstreden. De postbodes hoeven dan namelijk helemaal geen sorteerwerk meer te verrichten, ze kunnen gelijk met de post de straat op. Doordat ze alleen nog maar post bezorgen en hun werk dus makkelijker is geworden zou de PTT vervolgens hun lonen kunnen gaan verlagen. Op de transportband zijn afwerpplaatsen aanwezig, elk staat voor een bepaald postcode-gebied. Ze sluiten aan op automatische vulinrichtingen (arvi's) en handgoten, waar men zakken op containers plaatst en vervoert naar het betreffende postcodegebied. Daar wordt de post verder gesorteerd. Aan het eind van de transportband bevindt zich een afwerpplaats die uitkomt op een overloopgoot. Hier worden zakken en kleingoederen afgevoerd die om wat voor reden dan ook (bijvoorbeeld verkeerde codering) niet op de bestemde afwerpplaats zijn afgeworpen. Ze gaan terug naar de codeerplaatsen en worden opnieuw behandeld.