Bij het Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge-Energiefysica (NIKHEF) in het Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer in Amsterdam, verricht men onderzoek naar de eigenschappen van atoomkernen en elementaire deeltjes. Alles op aarde is opgebouwd uit stoffen, al deze stoffen zijn opgebouwd uit elementen. Een element is een stof die verder geen andere stoffen bevat, en is op zijn beurt weer opgebouwd uit moleculen. Een molecuul is het kleinste deeltje van een element dat alle chemische eigenschappen van het element nog bezit. Een molecuul is opgebouwd uit atomen, de kleinst mogelijke deeltjes waaruit een molecuul bestaat. Bij ondermeer het NIKHEF doet men onderzoek naar de onderdelen, waaruit de atomen bestaan. Daarvoor moet men de kern van de atoom nader bekijken. Belangrijkste hulpmiddel bij onderzoek naar atoomkernen is de versneller. Een versneller is een buis waarin deeljes worden gestuurd en waar men energie toevoegt aan atoomkernen om deze nog verder te ontrafelen. Op deze manier worden deeltjes van de atoomkern, de protonen en neutronen zichtbaar. Wordt er nu nog meer energie toegevoegd dan worden de bouwstenen van protonen en neutronen, de 'quarks' zichtbaar. Het is een proces waarin men de bouwstenen van de stoffelijke wereld steeds verder uitkleedt. De wanden in deze ruimte zijn compleet volgebouwd met voedingsapparatuur (voorziet de versneller van stroom) en computers die de versneller in het centrum, genaamd "MEA", besturen. De Universiteiten van Amsterdam, Nijmegen en Utrecht en de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) werken samen met het NIKHEF. De 120 academici en de 100 technici werken met geavanceerde apparatuur, waaronder de versneller.