Iudas et Thamar coeunt promittitur hoedus annulus, armillae, atque pedum pro pignore dantur

Berglandschap met een kasteel omringd door water. Links op de voorgrond zit de gesluierde Tamar met haar schoonvader Juda, die haar niet herkent en denkt dat ze een prostituee is. Hij geeft haar zijn zegelring en staf als onderpand voor het geitenbokje waarmee hij haar zal betalen. Onder de voorstelling de titel in het Latijn, vier vierregelige verzen in het Nederlands en een verwijzing naar de Bijbeltekst in Gen. 38:6.

Iudas et Thamar coeunt promittitur hoedus annulus, armillae, atque pedum pro pignore dantur

Berglandschap met een kasteel omringd door water. Links op de voorgrond zit de gesluierde Tamar met haar schoonvader Juda, die haar niet herkent en denkt dat ze een prostituee is. Hij geeft haar zijn zegelring en staf als onderpand voor het geitenbokje waarmee hij haar zal betalen. Onder de voorstelling de titel in het Latijn, vier vierregelige verzen in het Nederlands en een verwijzing naar de Bijbeltekst in Gen. 38:6.