Dries van Agt, de lijsttrekker van het CDA, hield op 8 mei 1981 een toespraak in de Keizersgrachtkerk te Amsterdam. In de zaal zaten potentiële CDA kiezers. Ben Scheepers, de vice-voorzitter van de ondernemingsraad van autofabriek Ford in Amsterdam, onderbrak Van Agt en vroeg hem naar zijn mening over de situatie bij Ford. Op 24 april 1981 had de directie van de autofabriek in Amsterdam naar buiten gebracht dat zij van plan was het bedrijf in september 1981 te sluiten. 1325 werknemers dreigden hun baan kwijt te raken. Van Agt omschreef het gedrag van de Forddirectie als 'stuitend'. Op 27 april en 25 juni bezetten werknemers de fabriek. De directie gaf echter niet toe; het bedrijf werd in september 1982 gesloten. 1200 mensen werden ontslagen, 300 mensen bleven tijdelijk in het onderdelendepot werken en 300 kantoormedewerkers verhuisden naar een andere locatie in Amsterdam. Tegenwoordig werken nog ongeveer 100 mensen bij Ford Nederland BV. In de verkiezingstijd werden de politici direct geconfronteerd met de problemen in het land. Het probleem van de werkgelegenheid hield de bevolking en de politiek begin jaren tachtig in hoge mate bezig.