In de Rooie Haan

Dries van Agt, lijsttrekker van het CDA, en Joop den Uyl, lijsttrekker van de PvdA, waren op 9 mei 1981 door de makers van het Vara radioprogramma 'In de Rooie Haan' in Casino Den Bosch uitgenodigd. De fractievoorzitters discussieerden met elkaar over onderwerpen als werkgelegenheid, woningnood en kernenergie. Gespreksleider Henk van Hoorn zat tussen de heren in. De Tweede Kamerverkiezingen waren op komst, dus was het voor de lijsttrekkers van belang dat ze goede argumenten gebruikten om hun standpunten te verdedigen. Op het gebied van kernenergie stonden de PvdA en het CDA bijvoorbeeld lijnrecht tegenover elkaar. De PvdA was van mening dat de kerncentrales in Dodewaard en Borssele moesten sluiten. Het CDA vond dat de twee centrales open moesten blijven. Op economisch gebied en wat betreft werkgelegenheid hadden de twee partijen ook heel andere opvattingen. De PvdA was van mening dat de overheid op economisch gebied alle touwtjes in handen moest hebben en een centraal economisch plan moest presenteren. Het CDA pleitte voor een 'gezond' bedrijfsleven. De christen-democraten streefden lastenverlichting, betere rendementen voor het bedrijfsleven, verlaging van de inkomens, spaarzaamheid en een beter investeringsklimaat na.

In de Rooie Haan

Dries van Agt, lijsttrekker van het CDA, en Joop den Uyl, lijsttrekker van de PvdA, waren op 9 mei 1981 door de makers van het Vara radioprogramma 'In de Rooie Haan' in Casino Den Bosch uitgenodigd. De fractievoorzitters discussieerden met elkaar over onderwerpen als werkgelegenheid, woningnood en kernenergie. Gespreksleider Henk van Hoorn zat tussen de heren in. De Tweede Kamerverkiezingen waren op komst, dus was het voor de lijsttrekkers van belang dat ze goede argumenten gebruikten om hun standpunten te verdedigen. Op het gebied van kernenergie stonden de PvdA en het CDA bijvoorbeeld lijnrecht tegenover elkaar. De PvdA was van mening dat de kerncentrales in Dodewaard en Borssele moesten sluiten. Het CDA vond dat de twee centrales open moesten blijven. Op economisch gebied en wat betreft werkgelegenheid hadden de twee partijen ook heel andere opvattingen. De PvdA was van mening dat de overheid op economisch gebied alle touwtjes in handen moest hebben en een centraal economisch plan moest presenteren. Het CDA pleitte voor een 'gezond' bedrijfsleven. De christen-democraten streefden lastenverlichting, betere rendementen voor het bedrijfsleven, verlaging van de inkomens, spaarzaamheid en een beter investeringsklimaat na.