Turkse werknemers van NSM

De tolk van de Turkse werknemers van de NSM, de Nederlandse Scheepsbouw Maatschappij, deed op 2 april 1981 verslag van een personeelsvergadering. De vergadering ging over de stand van zaken bij de scheepswerf in Amsterdam-Noord. Eind 1980 en begin 1981 dreigde de scheepswerf als gevolg van grote financiële problemen gesloten te worden. Het personeel van NSM had verschillende protestacties georganiseerd. Half april 1981 besloot VVD-minister Van Aardenne van Economische Zaken, onder zware druk van de Tweede Kamer, 13 miljoen gulden voor het herstel van de scheepswerf beschikbaar te stellen. De gemeente Amsterdam wilde 6 miljoen en de provincie Noord-Holland 1 miljoen gulden bijdragen. De werknemers, ongeveer 400 man, stemden in met de bepaling dat als de werf in de toekomst moest sluiten zij geen steun van de overheid zouden krijgen en af zouden zien van een afvloeiingsregeling. In 1981 en 1982 had de NSM genoeg opdrachten en leek de werf zich te herstellen. In 1983 en 1984 leed het bedrijf echter verlies doordat het niet genoeg winstgevende opdrachten binnen haalde. Het ministerie van Economische Zaken, de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam waren niet bereid opnieuw diep in de buidel te tasten voor de scheepsnieuwbouw in Amsterdam. De NSM ging uiteindelijk in mei 1984 failliet.

Turkse werknemers van NSM

De tolk van de Turkse werknemers van de NSM, de Nederlandse Scheepsbouw Maatschappij, deed op 2 april 1981 verslag van een personeelsvergadering. De vergadering ging over de stand van zaken bij de scheepswerf in Amsterdam-Noord. Eind 1980 en begin 1981 dreigde de scheepswerf als gevolg van grote financiële problemen gesloten te worden. Het personeel van NSM had verschillende protestacties georganiseerd. Half april 1981 besloot VVD-minister Van Aardenne van Economische Zaken, onder zware druk van de Tweede Kamer, 13 miljoen gulden voor het herstel van de scheepswerf beschikbaar te stellen. De gemeente Amsterdam wilde 6 miljoen en de provincie Noord-Holland 1 miljoen gulden bijdragen. De werknemers, ongeveer 400 man, stemden in met de bepaling dat als de werf in de toekomst moest sluiten zij geen steun van de overheid zouden krijgen en af zouden zien van een afvloeiingsregeling. In 1981 en 1982 had de NSM genoeg opdrachten en leek de werf zich te herstellen. In 1983 en 1984 leed het bedrijf echter verlies doordat het niet genoeg winstgevende opdrachten binnen haalde. Het ministerie van Economische Zaken, de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam waren niet bereid opnieuw diep in de buidel te tasten voor de scheepsnieuwbouw in Amsterdam. De NSM ging uiteindelijk in mei 1984 failliet.