Een groep werknemers van de papierfabriek Van Gelder in Velsen-Noord kwam op 14 april 1981 in de kantine bijeen tijdens een bedrijfsbezetting. Op de tafel lagen de notulen van de vergadering van de ondernemingsraad met het laatste nieuws: Van Gelder Velsen gaat dicht na Pasen. Het bedrijf zat al jaren in de financiële problemen. Vanaf begin 1981 werden de vestigingen in onder andere Velsen en Wapenveld bedreigd met sluiting. Ongeveer 1000 mensen konden hun baan kwijtraken. VVD-minister Van Aardenne van Economische Zaken wilde, ondanks zware druk van de PvdA, het bedrijf geen financiële steun toezeggen. De werknemers van de vestiging in Velsen bezetten uit onvrede over het beleid van de directie en de politiek de ingang van de fabriek. De actievoerders werden gesteund door de Industriebond FNV. Op 18 augustus werd Van Gelder failliet verklaard. Tijdens de verkiezingsperiode werden de problemen in enkele grote bedrijven en de hoge werkloosheid belangrijke onderwerpen in de politiek.