PvdA-lijsttrekker Joop de Uyl bezocht op 12 mei 1981 de fabriek Van Gelder Papier in Velsen-Noord. Werknemers hadden een papieren loper uitgerold met de tekst: "Laten we 't hopen, Van Gelder blijft open". Den Uyl ondertekende de tekst terwijl de werknemers toekeken. Van Gelder had al jaren ernstige financiële problemen. Ondanks vele reorganisaties bleef het bedrijf in de moeilijkheden. Vanaf 1977 verdwenen 1700 van de 5700 arbeidsplaatsen. De papiersector van Van Gelder werd vanaf februari 1981 met sluiting bedreigd. Voor 1000 mensen in Velsen en Wapenveld dreigde ontslag. Wilde de overheid het bedrijf redden, dan moest het ongeveer 200 miljoen gulden op tafel leggen. In april 1981 bezetten werknemers van het bedrijf in Velsen de ingang van de fabriek. De PvdA oefende zware druk op VVD-minister Van Aardenne van Economische Zaken uit om het bedrijf te helpen. Zonder succes, want op 18 augustus 1981 werd Van Gelder failliet verklaard. 750 mensen werden direct ontslagen, waarvan 250 in Velsen. De resterende 1485 werknemers werden door de bedrijfsvereniging doorbetaald in afwachting van de verkoop van de vestigingen waar zij werkten.In de verkiezingsperiode waren de economische omstandigheden slecht en veel mensen waren werkloos of bang hun baan te verliezen. Elke politieke partij had eigen opvattingen over hoe de problemen aan moesten worden gepakt en iedere partij wilde de kiezer overtuigen dat zij verstandiger zou handelen dan de anderen.