Oosters tapijt, loper-formaat, van geknoopte wol. Middenveld: op een donkerblauwe fond vormen gebroken zigzagbanden negen en een halve ruit. De fond vertoont een zeer fijn gestrooid patroon van kleine lotussen en palmetten, rozetbloemen en paarsgewijs toe- en afgewende vogeltjes in wit, rood, rose, lichtblauw en geel. Drie randen: de middelste en breedste is rood met lotusbloemen in rose, lila en bleu, verbonden door een geknakte slingerband van groen. De binnen- en buitenranden zijn gelijk: smal wit met lopende rank met om beurten naar binnen en naar buiten gericht kelkbloempje. Aan een uiteinde is ongeveer 35 cm van de ondergrond lichtblauw van kleur. Hier en daar is de pool tot de knoop afgesleten, verder verkeert het kleed in vrij goede toestand.