Ciborie van verguld zilver. Op de voet die een opengewerkte rand met bladeren heeft, zijn twee engelenkopjes en de monogrammen van Christus en Maria aangebracht. Op de nodus zitten engelenkopjes met zuil, anker en kelk. De cuppa is versierd in reliëf met druivetrossen aan ranken en met arenbundels. De overkragende deksel is versierd met vier engelenkopjes met vleugels in zeer hoog reliëf, waartussen vruchtenguirlandes. De deksel wordt bekroond door een hoge open kroon met cherubkopjes met grote vleugels en bovenop een pelikaan met jongen op een nest. Op de kop van de pelikaan een noet bijbehorend kruisje. Tussen voet en nodus bevindt zich een pen met schroefdraad, die bevestigd is in een munt of penning met het jaartal 1652. De ciborie is gemerkt met een gekroonde hand (Antwerpen), jaarletters Y=1655 en een meesterteken waarbij in een driehoek de letters I en M onder elkaar staan. Dit is het teken voor Jan Moermans (Ros.3 5131) Onder de voetring ingeslagen de letters S.J. In de kroon ontbreken drie moeren.