Theetafel met een uitneembaar dienblad en opengewerkte zijwanden in een bonenmotief

Theetafel van eiken- en coromandelhout rustend op vier afgeronde, platte poten die op schuifdoppen rusten. De poten worden onderling verbonden door middel van een H-vormig kruis met een dubbele dwarsstreep waarbinnen een paneel van coromandelhout is aangebracht. De ruimte tussen de twee zijstijlen is opgevuld met twee panelen boven elkaar die zijn opengewerkt in peulen binnen een bonenmotief. Ter hoogte van het midden is een tussenblad van coromandelhout aangebracht gevat in een omlijsting van eikenhout. Het tussenblad wordt door middel van twee schuingeplaatste stutten verbonden aan de regel tussen de twee poten. Het bovenblad is aan de onderzijde door middel van consoles verbonden aan de poten. Het bovenblad bestaat uit een open raamwerk met opstaande randen. Hierbinnen valt een uitneembaar dienblad die bestaat uit drie panelen van eikenhout met daartussen banen van coromandelhout. Het dienblad heeft aan drie zijden opstaande randen. Op de randen aan de zijkanten is een handgreep van koper bevestigd die aan de zijden opengewerkt is in een bladmotief.

Theetafel met een uitneembaar dienblad en opengewerkte zijwanden in een bonenmotief

Theetafel van eiken- en coromandelhout rustend op vier afgeronde, platte poten die op schuifdoppen rusten. De poten worden onderling verbonden door middel van een H-vormig kruis met een dubbele dwarsstreep waarbinnen een paneel van coromandelhout is aangebracht. De ruimte tussen de twee zijstijlen is opgevuld met twee panelen boven elkaar die zijn opengewerkt in peulen binnen een bonenmotief. Ter hoogte van het midden is een tussenblad van coromandelhout aangebracht gevat in een omlijsting van eikenhout. Het tussenblad wordt door middel van twee schuingeplaatste stutten verbonden aan de regel tussen de twee poten. Het bovenblad is aan de onderzijde door middel van consoles verbonden aan de poten. Het bovenblad bestaat uit een open raamwerk met opstaande randen. Hierbinnen valt een uitneembaar dienblad die bestaat uit drie panelen van eikenhout met daartussen banen van coromandelhout. Het dienblad heeft aan drie zijden opstaande randen. Op de randen aan de zijkanten is een handgreep van koper bevestigd die aan de zijden opengewerkt is in een bladmotief.