Spreekwoord: Zo d'ouden zongen, zo pijpen (piepen) de jongen

Gezelschap aan tafel: twee oude mensen, een dame met kind op schoot, een jongetje en een doedelzakspeler. De oude man en vrouw zingen; de kinderen spelen op de fluit. "Zo d'ouden zongen, zo pijpen de jongen". Spreekwoord. In ornamentrand

Spreekwoord: Zo d'ouden zongen, zo pijpen (piepen) de jongen

Gezelschap aan tafel: twee oude mensen, een dame met kind op schoot, een jongetje en een doedelzakspeler. De oude man en vrouw zingen; de kinderen spelen op de fluit. "Zo d'ouden zongen, zo pijpen de jongen". Spreekwoord. In ornamentrand