Aula Veneris

Burgemeestersvrouw uit Londen, half naar links gekeerd, met een hoed met hoge, platte bol, hoedband en opstaande randen. Grote oorhangers. Een gevouwen platte kraag afgezet met kant op een dikke bontkraag boven de vierkante halsuitsnijding afgezet met bont. Hierin is middenvoor het split van het hemd zichtbaar, afgezet met kant. Op de schouders een schakelketting die middenvoor met een rozet is vastgezet. De overjapon heeft een lijf dat in een vooruistekende punt onder de taille eindigt en waarvan beide voorpanden door zeven horizontale band aan elkaar verbonden zijn. Het lijf heeft wijde mouwen versierd met passement en voorzien van bontmanchetten. De overrok is naar opzij en naar achteren weggevouwen en aan het lijf gehangen door middel van drie striklinten. De lange onderrok is vanaf de heupen gerimpeld en versierd met een passement. Effen lange handschoenen en een stokwaaier met veren aan een lint dat aan de rechterstrik is geknoopt.

Aula Veneris

Burgemeestersvrouw uit Londen, half naar links gekeerd, met een hoed met hoge, platte bol, hoedband en opstaande randen. Grote oorhangers. Een gevouwen platte kraag afgezet met kant op een dikke bontkraag boven de vierkante halsuitsnijding afgezet met bont. Hierin is middenvoor het split van het hemd zichtbaar, afgezet met kant. Op de schouders een schakelketting die middenvoor met een rozet is vastgezet. De overjapon heeft een lijf dat in een vooruistekende punt onder de taille eindigt en waarvan beide voorpanden door zeven horizontale band aan elkaar verbonden zijn. Het lijf heeft wijde mouwen versierd met passement en voorzien van bontmanchetten. De overrok is naar opzij en naar achteren weggevouwen en aan het lijf gehangen door middel van drie striklinten. De lange onderrok is vanaf de heupen gerimpeld en versierd met een passement. Effen lange handschoenen en een stokwaaier met veren aan een lint dat aan de rechterstrik is geknoopt.